Obstipatie bij je kind: wat kan je eraan doen?
Obstipatie, ook wel verstopping genoemd, is een kwaal waar je zelf misschien weleens last van hebt gehad. Ook bij jonge kinderen komt het vaak voor. Obstipatie bij je kindje is niet gevaarlijk, maar kan wel vervelend zijn. Hoe herken je dit bij je kind en wat kan je eraan doen?
Wat is obstipatie?
Obstipatie houdt in dat stoelgang maken moeilijk gaat. Het wordt ook wel verstopping of constipatie genoemd. Het ontstaat doordat harde, droge ontlasting zich ophoopt in de darm. Het is dan moeilijk voor je kindje om deze vaste ontlasting eruit te persen. Hierdoor kan hij minder vaak naar het toilet gaan en buikpijn krijgen.
Obstipatie komt vaak voor bij jonge kinderen. Zo’n een op de tien kinderen krijgt ermee te maken. Het kan een lastig probleem zijn voor je peuter. Gelukkig is er bijna nooit een onderliggend lichamelijk probleem waardoor je kind moeite heeft met naar het toilet gaan.
Vaak gaat het om zogenaamde functionele obstipatie. Dit betekent dat er met het lichaam van je kind niets aan de hand is, maar hij toch veel moeite heeft met stoelgang maken. Verstopping is daarom niet gevaarlijk, maar het kan wel vervelend en pijnlijk zijn voor je kindje.
Obstipatie bij je kind herkennen
Er zijn een aantal kenmerken waaraan je kan herkennen dat je kindje last heeft van verstopping. Artsen spreken in het algemeen van obstipatie als je kindje twee of meer van de volgende klachten heeft voor ten minste één maand:
- Je kind maakt maar twee keer per week of minder stoelgang.
- Hij houdt de ontlasting (onbewust) op.
- De ontlasting is hard, droog, keutelig en/of pijnlijk.
- Je kindje maakt grote hoeveelheden ontlasting die het toilet kunnen verstoppen, ook wel een ‘olifantendrol’ genoemd.
- De dokter kan bij onderzoek van de buik de ontlasting in de darm van je kind voelen zitten.
- Als je kind al zindelijk is: hij heeft minstens één keer per week een vieze broek of bruine vegen in zijn ondergoed (door overloopdiarree).
Oorzaken obstipatie
Je kindje kan door verschillende oorzaken last van obstipatie krijgen. Bij baby’s speelt het overstappen van borstvoeding naar flesvoeding, of de overstap naar vaste voeding vaak een rol. Bij peuters ontstaat obstipatie vooral in de tijd van potjestraining.
Een vervelende ervaring met harde, pijnlijke ontlasting kan een reden zijn waarom het ontstaat. Je kindje kan de ontlasting dan gaan ophouden uit angst dat het weer pijn zal doen. Het is ook mogelijk dat je peuter zichzelf niet de tijd gunt om rustig naar het toilet te gaan. Spelen is immers zo leuk! Bij peuters en kleuters spelen daarnaast andere factoren een rol, zoals:
- Te weinig vezels binnenkrijgen. Vezels stimuleren de darmbeweging en houden de ontlasting zacht.
- Te weinig drinken. Voor een soepele ontlasting is voldoende drinken belangrijk. Als je kindje te weinig drinkt, kan dat zorgen voor een droge en harde ontlasting.
- Ophoudgedrag. Je kindje kan zijn ontlasting gaan ophouden. Dit kan veel oorzaken hebben, bijvoorbeeld omdat naar het toilet gaan pijnlijk is, omdat hij in een vreemde omgeving is, bang is of geen zin heeft om naar de wc te gaan.
- Spanning en stress. Deze kunnen veel effect hebben op het ontlastingsgedrag van je kind. Misschien herken je dit zelf ook wel als je stress hebt. Je ontlastingspatroon kan dan veranderen.
- Lichamelijke oorzaak. Heel soms (bij minder dan 5%) is er een lichamelijke oorzaak voor de obstipatie van je kind. Vaak wordt een lichamelijke oorzaak al in de babytijd gevonden. Voorbeelden zijn de ziekte van Hirschprung, cystic fibrose (taaislijmziekte) of een aangeboren afwijking aan het maag-darmkanaal en/of de anus.
Wanneer naar de huisarts?
Als je kind obstipatie heeft, is het verstandig om contact op te nemen met je huisarts. Vaak is de behandeling van obstipatie makkelijker als je niet te lang wacht. De huisarts vraag je waarschijnlijk om een ‘ontlastingsdagboek’ voor je kindje bij te houden. Hierin houd je bij hoe vaak en hoeveel je kindje ontlasting maakt en hoe dit gaat. Dit kan je alvast doen voordat je naar de huisarts gaat.
Neem in ieder geval contact op met je huisarts als je kindje bloed bij de ontlasting heeft. Dan is de kans groot dat de obstipatie al langere tijd bestaat. Behandeling via de huisarts kan dan echt nodig zijn om het probleem te verhelpen.
Behandeling
De huisarts begint vaak met adviezen geven over het voedings- en leefpatroon. Hiermee kunnen de klachten verminderen. Je arts bespreekt de volgende adviezen met jullie.
Voldoende vezels eten
Vezels spelen een grote rol bij de darmbeweging en bij het zacht en soepel houden van de ontlasting. De vezels komen met de voeding in je dikke darm terecht. Sommige vezels nemen daar vocht op, waardoor ze als een soort spons werken. Bepaalde vezels vormen daarnaast een voedingsbron voor goede bacteriën. Dit zijn nuttige bacteriën die bij iedereen in de darm aanwezig zijn.
Vezels zitten vooral in plantaardige voeding: volkoren- of roggebrood, volkoren pasta, zilvervliesrijst en peulvruchten (bonen, erwten, linzen). Maar ook in groenten, fruit, zaden en noten. Soms kunnen vezels voor wat winderigheid zorgen, maar de darmen van je kind wennen snel aan meer vezels. De winderigheid gaat dan over.
Voldoende drinken
Per dag heeft je kindje 1 tot 1,5 liter vocht nodig. Het beste is om gewoon water te drinken. Dit hoeft niet allemaal in grote hoeveelheden tegelijk. Geef je kindje regelmatig een bekertje.
Voldoende bewegen
Beweging zorgt ervoor dat de darm blijft werken en bewegen. De meeste peuters en kleuters bewegen gelukkig al veel uit zichzelf. Kan je kind wat extra beweging gebruiken? Ga dan wat vaker samen buitenspelen of geef hem op voor een sport, bijvoorbeeld peutergym of peuterdans.
Reageren op aandrang
Zorg ervoor dat je kind luistert naar het gevoel van aandrang. Zeker wanneer je kind begint met de zindelijkheidstraining is dit belangrijk. Laat je kind naar het potje/toilet gaan of het in de luier doen, zodra hij voelt dat hij moet. Ook als dit tijdens het eten is.
Geef je kind rustig de tijd. Herinner hem er zo nu en dan aan en let op tekenen van ophoudgedrag. Vaak leer je deze gedragingen van je kind snel kennen. Je kan hierbij denken aan het krachtig bij elkaar knijpen van de billen of heen en weer schuiven op een stoel.
Medicijnen
Wanneer bovenstaande adviezen niet helpen, kan de huisarts medicijnen voorschrijven. Dit is meestal tijdelijk. Blijven de klachten ondanks de medicijnen aanwezig? Dan kan de huisarts jullie doorverwijzen naar een kinderarts. Daar werken kinderartsen die heel veel kinderen zien met ontlastingsproblemen. De behandeling bestaat hier vaak uit een combinatie van voorlichting, gedragsadviezen en laxeermiddelen.
Wat moet je niet doen bij obstipatie?
Er zijn een aantal dingen die je beter niet kan doen als je kind last heeft van verstopping.
- Laxeermiddelen zonder voorschrift gebruiken. Je kan beter niet zelf laxeermiddelen halen bij de apotheek. Overleg altijd eerst met je huisarts. Die kan je voorlichten over welk medicijn het beste is voor je kind.
- Olie toevoegen aan de voeding. Hier is geen bewijs voor dat het werkt. Tegelijkertijd kan het de obstipatie juist erger maken.
- Een thermometer gebruiken. Sommige ouders proberen met een thermometer de ontlasting op te wekken. Dit wordt afgeraden, want het kan de anus beschadigen.
- Alternatieve producten en/of voedingssupplementen geven. Er is geen bewijs dat bijvoorbeeld probiotica, pepermuntolie, teunisbloemolie of extra vitamine B6 kan helpen.
- Meer dan de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden vocht en vezels geven. Als je kind voldoende vezels eet en voldoende (water) drinkt, is dat goed. Extra vezels en vocht daarbovenop helpen niet.
Carrie Wegh
Dit artikel is geschreven in samenwerking met Carrie Wegh. Carrie is promovendus (onderzoeker) bij het Laboratorium voor Microbiologie van Wageningen University & Research en het Emma kinderziekenhuis van het Amsterdam UMC (NL). Zij doet onderzoek naar obstipatie bij kinderen en onderzoekt wat de invloed van darmbacteriën hierin is.
Download onze app
#1 zwangerschaps- en baby-app