6 problemen van kersverse ouders (en hoe je ze oplost)

Papa of mama worden

Na negen maanden lang gewacht te hebben, is je kindje er dan eindelijk. Het dagdromen over je baby heeft plaatsgemaakt voor buidelen, van elkaar genieten en eindeloos staren naar je kleine.

Toch is het leven als kersverse ouder niet alleen maar rozengeur en maneschijn. Die eerste weken met je baby kunnen behoorlijk overweldigend zijn. Je wil zoveel mogelijk van deze mooie tijd genieten, maar dat lukt misschien niet altijd. Loop je tegen de volgende problemen aan? Je bent niet de enige. Gelukkig is er vaak een oplossing voor.

1. Die roze wolk is niet altijd roze

Je verwacht misschien dat je na je bevalling op een roze wolk zit, maar dit is niet altijd zo. 50 tot 80% van de vrouwen heeft last van sombere gevoelens in de eerste weken. Ook voor partners kan de kraamtijd een zware tijd zijn. Je moet wennen aan een nieuwe rol in je leven, slaapt weinig en twijfelt misschien aan je eigen kunnen.

Merk je dat je er af en toe flink doorheen zit? Wees niet bang om aan de bel te trekken. Je vroedvrouw staat voor je klaar om twijfels en angsten weg te nemen. Ook mensen in je omgeving willen vast helpen, maar dringen zich misschien niet graag op. Laat hen daarom weten wat ze voor je kunnen betekenen. Denk aan een maaltijd koken, het huis schoonmaken of gewoon je verhaal aanhoren.

2. De nachten zijn kort, korter, kortst

Als jonge ouder weet je dat je nachten korter worden en je wallen groter. Maar valt je baby met geen mogelijkheid in slaap, of wordt je kleine steeds wakker? Dan kan dit je behoorlijk wanhopig maken.

Vaak zijn slaapproblemen een fase en gaan ze vanzelf over. Het kan helpen om de slaapsignalen van je kindje goed in de gaten te houden. Maar heeft je baby langere tijd last van slaapproblemen, of denk je dat ze het gevolg zijn van een medisch probleem? Dan is het goed om aan de bel te trekken. Je huisarts of een kinderslaapcoach kan je hierbij helpen.

Tip: witte ruis kan helpen om je kindje gerust te stellen. Zo valt hij makkelijker in slaap.

3. Je kindje drinkt niet goed

Of je nu borstvoeding of flesvoeding geeft, voeden gaat misschien niet zoals je van tevoren gehoopt had. Misschien heb je weinig melk, weigert je kindje de fles of heeft hij veel last van reflux. Je maakt je dan waarschijnlijk zorgen om je baby. Drinkt hij wel genoeg en groeit hij goed?

Wanneer je hierover twijfelt, is het goed om niet te lang rond te blijven lopen met je vragen. Een lactatiekundige kan je advies geven bij problemen rondom borst- én flesvoeding.

4. Je relatie is niet meer zoals die was

Met de komst van je baby verandert er een heleboel in je leven. Ook je relatie zal niet meer hetzelfde zijn als eerst. Die nieuwe persoon in jullie leven vraagt veel aandacht. Daardoor zou je haast vergeten dat jullie niet alleen ouders, maar ook geliefden zijn. Ook ontstaan er misschien sneller discussies of ruzies.

Merk je dat je relatie erg lijdt onder de nieuwe gezinssituatie? Dan is het goed om hier op tijd iets aan te doen. Probeer vaak tijd voor elkaar vrij te maken, bijvoorbeeld met een date-avond. Ga met elkaar in gesprek en vertel waar je mee zit. Komen jullie er samen niet uit of wordt het probleem erger? Dan is het helemaal niet gek om bij een relatietherapeut langs te gaan. Deze kan vaak met een paar gesprekken al veel voor jullie betekenen.

5. Herstellen duurt lang

Het herstel na je bevalling kan een hele tijd duren. Je lichaam zit nog vol hormonen, de wond in je baarmoeder moet genezen en je vagina heeft het flink te verduren gehad. Het kan dan ook wel een jaar duren voordat je jezelf weer (bijna) helemaal de oude voelt.

Het is slim om in de tussentijd goed op je lichaam te letten. Is het vloeien na zes weken nog niet gestopt? Neem dan contact op met je vroedvrouw of gynaecoloog. Doe dit ook als je na deze tijd nog veel last hebt van bekkenbodemklachten of urineverlies. Blijf daarnaast je mentale gezondheid in de gaten houden. Tot een jaar na de bevalling kan je namelijk een postnatale depressie ontwikkelen. Hoe eerder je hierbij hulp zoekt, hoe beter.

6. Het huilen stopt niet

Iedere baby huilt en dat is maar goed ook. Door te huilen laat je kindje aan jou weten wat hij nodig heeft: een schone luier, een voeding, een slaapje… Maar soms is je baby ontroostbaar, terwijl er niets aan de hand lijkt te zijn. Misschien huilt je baby zelfs zo veel, dat je van een huilbaby kan spreken. Dit kan voor jou als ouder heel frustrerend zijn.

Huilt jouw kindje erg veel en heb je van alles geprobeerd? Deel dan je zorgen met een arts van het consultatiebureau. Deze kan je baby onderzoeken en je tips geven. En onthoud dat de piek van het huilen rond de 6 weken ligt. Daarna neemt het meestal af. Geef het dus de tijd, het wordt beter.