Vrouw heeft bevalling achter de rug en baby op borst.

Maanden heb je ernaar uitgekeken en nu is het zover: je gaat bevallen. Een bijzonder en spannend moment. Wat kan je precies van de bevalling verwachten?

De bevalling

De bevalling is het moment waarop je kind ter wereld komt. Voor veel ouders is dit één van de mooiste momenten van hun leven. Nadat je maanden zwanger bent geweest, kijk je er waarschijnlijk vol verwachting naar uit. Al kan je ook flink opzien tegen deze gebeurtenis.

Misschien heb je zelfs last van bevalangst. Je bent niet de enige die dit heeft. Bekijk tips om hiermee om te gaan. Een goede voorbereiding is in elk geval fijn. Daarom hebben we in dit artikel de belangrijkste informatie over de bevalling voor je samengevat.

1. Voor je bevalling

Voordat je bevalling begint, is het handig als je een aantal dingen geregeld hebt. Zo kan het fijn zijn om een geboorteplan te hebben. Daarnaast is het handig als je weet waar je wil bevallen, als je de keuze hebt. Zit je in de laatste weken voor je bevalling? Dan is het handig om te weten welke voortekenen je kan verwachten. Deze signalen van je lichaam vertellen je dat je bevalling eraan komt.

Waar bevallen?

In België kan je in de meeste gevallen kiezen waar je wil bevallen. De drie belangrijkste mogelijkheden zijn:

  • Een klinische bevalling. Dit is een bevalling in het ziekenhuis, soms uit medische noodzaak, maar je kunt hier evengoed zelf voor kiezen. Een gynaecoloog begeleidt dan meestal je bevalling. Sommige ziekenhuizen staan ook toe dat je met je eigen vroedvrouw bevalt. Informeer hier goed naar bij je vroedvrouw en het ziekenhuis waar je wenst te bevallen. Meestal blijf je na je bevalling een aantal dagen in het ziekenhuis.
  • Een poliklinische bevalling. Een poliklinische bevalling is ook een bevalling in een geboortecentrum of ziekenhuis. Je eigen gynaecoloog of vroedvrouw begeleidt je. Het voordeel van poliklinisch bevallen is dat medische hulp en pijnbestrijding dichtbij zijn. Het verschil met een klinische bevalling, is dat je binnen de 24 uur weer naar huis gaat. Je blijft dus niet op de materniteit.
  • Een thuisbevalling. Gaat alles goed tijdens je zwangerschap, ligt je kindje goed en zijn jij en je baby gezond? Dan mag je thuis bevallen. Hierbij moet dan wel een vroedvrouw die thuisbevallingen begeleidt aanwezig zijn. Informeer hier goed naar bij je vroedvrouw.

Poll

Waar wil/ga jij bevallen?

Voortekenen van je bevalling

Er zijn een aantal voortekenen die voorspellen dat je bijna gaat bevallen. Vaak merk je er één of meer op. Hieronder staan een paar veel voorkomende voortekenen:

De meest betrouwbare voortekenen voor het startsein van je bevalling zijn de weeën. Bij 15 procent van de vrouwen begint de bevalling met het breken van de vliezen. Bij een van deze twee weet je het zeker: je bevalling is begonnen!

2. Tijdens je bevalling

Als je bevalling eenmaal begonnen is, zijn er verschillende fases waar je doorheen moet. Hieronder is elke fase kort beschreven.

1. De latente fase

Je begint met de latente fase. Dit wordt ook wel de eerste ontsluitingsfase genoemd. Het is de periode waarin je ongeveer 3 tot 4 centimeter ontsluiting krijgt. Meestal doen de weeën nog niet veel pijn en kan je nog iets doen om jezelf af te leiden. Hoelang deze fase duurt, verschilt erg per vrouw. Gemiddeld duurt het 12 tot 14 uur. Toch kan dit oplopen tot 24 of zelfs 48 uur. Vaak gaat deze fase bij een tweede of derde kindje sneller.

2. De actieve fase

De actieve fase is de tweede fase van je bevalling. Die begint als je ongeveer 3 tot 4 cm ontsluiting hebt. Dit wordt daarom ook wel de tweede ontsluitingsfase genoemd. In deze fase komen de weeën vaker, langer, heviger en regelmatiger. Waarschijnlijk komen ze ongeveer elke 5 minuten terug en duren ze een minuut of langer. Het is lastig voor je om nu nog iets anders te doen, omdat de weeën pijnlijker zijn. Gemiddeld duurt deze fase een uur per centimeter. Dit is meestal ook het moment om je vroedvrouw of de materniteit te bellen.

3. De overgangsfase

De overgangsfase is de derde fase van je bevalling. Deze begint als je 8 centimeter ontsluiting hebt. Dit wordt ook wel de laatste ontsluitingsfase genoemd. Je gaat van 8 centimeter naar volledige ontsluiting (10 centimeter). De weeën worden heftiger en volgen elkaar in hoog tempo op. Ongeveer elke 2 tot 3 minuten krijg je te maken met weeën van 60 tot 90 seconden. Deze fase vinden de meeste vrouwen heel pijnlijk. Als de vliezen nog niet spontaan zijn gebroken, doet de vroedvrouw of gynaecoloog dat in deze fase handmatig. Dit voel je niet, maar de weeën kunnen daardoor wel sterker worden. Gelukkig ben je er bijna.

4. De uitdrijvingsfase

De uitdrijvingsfase is de vierde fase van je bevalling. Dit is de fase vanaf het moment dat je volledige ontsluiting hebt totdat je baby is geboren. In de uitdrijvingsfase heb je persweeën. De baby daalt door deze weeën steeds verder. Op een bepaald moment glijdt het hoofd niet meer terug: het hoofdje ‘staat’. Veel vrouwen voelen dan de ring of fire. De vroedvrouw of gynaecoloog begeleidt je in deze fase uitgebreid om de kans op uitscheuren klein te houden. Daarna kan het lichaam geboren worden. Dat was het dan!

5. De nageboorte

Je bevalling zit erop, je hebt je baby eindelijk in je armen. Nu is het tijd voor de laatste fase van je bevalling: de nageboorte. Eerst krijg je naweeën. Deze zorgen ervoor dat de placenta loskomt van de baarmoederwand en dat je baarmoeder begint met krimpen naar haar normale grootte. Met een paar keer persen is ook je placenta geboren.

Pijnbestrijding

Tijdens je bevalling kan je gebruik maken van pijnbestrijding. Er zijn verschillende vormen, namelijk natuurlijke, alternatieve en medische pijnbestrijding. Deze laatste kan je alleen in het ziekenhuis krijgen, je bevalling wordt dan klinisch.

Natuurlijke pijnbestrijding

Alternatieve pijnbestrijding

Medische pijnbestrijding

3. Na je bevalling

Het harde werk zit erop en je kan nu genieten van het mensje in je armen. Ook is het het tijd voor nazorg. Als je pijnbestrijding had, is deze nu stopgezet. Ben je uitgescheurd of ingeknipt? Dan is het waarschijnlijk nog nodig dat je hechtingen krijgt. Je kan nog een tijdje last hebben van naweeën. Ook verlies je nog een aantal weken bloed.

Het eerste uur met je baby

Gelijk na je bevalling wordt je baby op je blote borst of buik gelegd. Als je gezondheid en die van je kindje het toestaan, blijft je kindje daar het eerste uur liggen. Dit huid-op-huidcontact is heel waardevol. Het houdt je kleine warm, verlaagt stress en vormt de basis voor de hechting tussen jou en je baby.

Dit gebeurt ook tijdens dit uur:

Na dit bijzondere uur kan de kraamtijd beginnen.

De kraamtijd

Als je bevalling is afgelopen begint de kraamtijd: de eerste zes weken na je bevalling. In deze periode kunnen je baby en jij rustig herstellen en wennen aan elkaar. Nu kan het genieten echt beginnen!

Auteur Eline de Wit

Download onze app

#1 zwangerschaps- en baby-app