Keizersnede: wat kan je van deze ingreep verwachten?
Een keizersnede is een operatie waarbij je baby via de buikwand geboren wordt. Er zijn verschillende redenen waarom een keizersnede de voorkeur heeft of zelfs nodig is. Welke zijn dit? En wat kan je verwachten van een keizersnede?
Wat is een keizersnede?
Een keizersnede is een operatieve bevalling. Deze wordt uitgevoerd als vaginaal bevallen niet mogelijk of wenselijk is. Met behulp van een snee in de buik brengt een arts je kindje ter wereld. De medische term voor een keizersnede is sectio caesarea. Ongeveer 15-20% van de Nederlandse vrouwen bevalt met een keizersnede.
Een keizersnede duurt ongeveer een half uur tot drie kwartier. In de eerste vijf minuten van de operatie wordt je baby meestal al geboren. Hij wordt dan schoongemaakt en op je borst gelegd. Na de bevalling blijf je nog ongeveer twee tot drie dagen in het ziekenhuis.
Hoe verloopt een keizersnede?
Een keizersnede is een flinke buikoperatie. De gynaecoloog moet door verschillende lagen van je buik heen snijden om bij je baby te komen. Je krijgt dan ook altijd een vorm van verdoving. Daarbij heb je de keuze voor een volledige narcose of alleen een ruggenprik.
Keizersnede onder narcose
Voor sommige vrouwen is het idee van een operatie zo stressvol dat ze liever niet bij bewustzijn zijn. Bij volledige narcose ben je niet bij bewustzijn. Je maakt dus niks van de operatie mee, met als nadeel dat je niet je kindje kan vasthouden vlak na de bevalling.
Keizersnede met een ruggenprik
Bij een keizersnede krijg je geen epidurale ruggenprik, zoals bij een vaginale bevalling soms wordt gedaan. Tijdens de operatie krijg je spinale anesthesie. Bij deze verdoving heb je geen controle meer over de spieren in je onderlichaam. Je bent vanaf je middel naar beneden toe verdoofd en verlamd.
De operatie
Een keizersnede wordt uitgevoerd door een gynaecoloog. Daarnaast zijn er een anesthesist en een of meerder operatieassistenten aanwezig. Je mag zelf een persoon meenemen, zoals je partner of je moeder.
Voorbereiding op de operatie
Voordat je naar de operatiekamer gaat, word je voorbereid op de ingreep. Je krijgt een infuus voor het toedienen van medicatie. Omdat je geen controle hebt over je onderlichaam tijdens de operatie, krijg je een blaaskatheter. Via dit slangetje in je plasbuis wordt de urine opgevangen in een speciale zak. Ook krijg je speciale operatiekleren aan en een haarnetje. Vervolgens wordt de verdoving die je hebt gekozen toegediend.
De operatie zelf
De operatie duurt meestal 30 tot 45 minuten. De gynaecoloog maakt een horizontale snee in je onderbuik, de zogenaamde ‘bikinisnede‘. Daarna maakt de arts een verticale snee in de volgende laag, je buikwand. Als laatste maakt hij een horizontale snee in de baarmoeder zelf. Hierdoor kan je baby uit je buik gehaald worden. Vervolgens wordt de navelstreng doorgeknipt.
Is je kindje helemaal gezond? Dan krijg je hem direct op je borst. Dit kan alleen als je nog bij bewustzijn bent. Beval je onder narcose, dan krijg je je kindje bij je zodra je goed wakker bent. Zijn er twijfels of heeft je kindje het moeilijk gehad tijdens de operatie? Dan zal een kinderarts je baby eerst onderzoeken.
Na de geboorte van je baby verwijdert de arts de placenta. Daarna hecht de gynaecoloog alle doorgesneden lagen weer aan elkaar. Tijdens de operatie krijg je antibiotica toegediend via het infuus om de kans op wondinfecties te verkleinen. Ook krijg je een middel om je baarmoeder te laten samentrekken. Dit beperkt het bloedverlies en zorgt ervoor dat je baarmoeder weer langzaam naar zijn normale maat krimpt.
Na de keizersnede
Na een keizersnede blijf je nog een aantal dagen in het ziekenhuis. Zo kunnen artsen in de gaten houden of je geen complicaties krijgt. Ook krijg je pijnstillers om de wondpijn na de operatie te beperken.
De eerste dagen voel je je vaak nog slap. Je lichaam moet herstellen van de operatie. Ook kan je beter niet direct alles weer eten. Het is verstandig om met licht verteerbaar voedsel te beginnen, omdat je darmen ook last hebben van de operatie. Als alles goed gaat, mag je na ongeveer twee tot vijf dagen naar huis
Wanneer bevallen met een keizersnede?
Er kunnen verschillende redenen zijn om met een keizersnede te bevallen. Wanneer er tijdens je bevalling complicaties ontstaan, kan je arts besluiten dat een operatieve geboorte beter is. Je krijgt dan een ongeplande keizersnede, ook wel spoedkeizersnede genoemd.
Als tijdens je zwangerschap al duidelijk wordt dat een vaginale bevalling mogelijk problemen oplevert, wordt je keizersnede ingepland. Heb je eerder een keizersnede gehad of ligt je kindje in stuitligging? Dan kan je in overleg met de gynaecoloog kiezen of je vaginaal of via een keizersnede wilt bevallen.
Spoedkeizersnede
Tijdens de bevalling kan jouw gezondheid of die van je kind in gevaar komen. Dan kan een spoedkeizersnede worden uitgevoerd. Dit gebeurt bijvoorbeeld als:
- de ontsluiting niet goed op gang komt of niet vordert, zelfs niet na een weeënopwekker.
- De hartslag van je baby daalt.
- Je een verzakte navelstreng hebt. Die kan afgekneld raken, wat gevaarlijk is voor je baby.
- De placenta begint los te laten.
- Je een infectie hebt opgelopen.
- De gynaecoloog vermoedt dat je baby een risico loopt op zuurstoftekort tijdens de bevalling.
Geplande keizersnede
De volgende redenen kunnen tijdens de zwangerschap een aanleiding zijn om voor een geplande keizersnede te kiezen:
- Je baby ligt in een ongunstige stuitligging of dwarsligging.
- Je bekken is te smal is voor je baby.
- Je hebt al meerdere keren een keizersnede gehad en de baarmoeder is te kwetsbaar voor een natuurlijke bevalling.
- Je krijgt een meerling die ongunstig in de baarmoeder ligt.
- Je hebt een voorliggende placenta die de doorgang blokkeert.
- Bij een eerdere bevalling had je ernstige complicaties.
- Je baby heeft een afwijking, waarbij een vaginale bevalling gevaarlijk is.
- Jij hebt een aandoening waarbij langdurig hard persen ongewenst of niet goed mogelijk is.
Gentle sectio
In veel ziekenhuizen is er de mogelijkheid om voor een gentle sectio te kiezen, als dit medisch gezien mogelijk is. Hierbij wordt een natuurlijke bevalling zoveel mogelijk nagebootst.
Je krijgt een ruggenprik, zodat je de bevalling bewust kan meemaken. Daarnaast mag je zien hoe je baby geboren wordt en krijg je hem direct op je borst. Soms kan je je kindje zelf aanpakken. Dit stimuleert het hechtingsproces tussen jou en je kleine.
Wie mag aanwezig zijn?
Bij een keizersnede met een ruggenprik mag je partner meestal aanwezig zijn. Als je geen partner hebt, mag je iemand anders meenemen. Hij of zij komt de operatiekamer binnen als alle voorbereidingen klaar zijn en de operatie begint. Er hangt een scherm ter hoogte van je middenrif, zodat jullie de operatie zelf niet hoeven te zien. Sommige ziekenhuizen laten toe dat er nog iemand meegaat, zoals een ouder.
Bij een keizersnede onder algehele narcose kan het gebeuren dat je partner niet aanwezig mag zijn. Het medisch team heeft dan namelijk alle aandacht nodig voor jou.
Mogelijke complicaties
Zoals bij elke operatie kunnen bij een keizersnede complicaties optreden. Daarom word je goed in de gaten gehouden tijdens en na de ingreep. Zo kan je arts snel ingrijpen als dat nodig is. Dit zijn volgens de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en gynaecologie (NVOG) de meest voorkomende complicaties bij een keizersnede.
Bloedarmoede
Tijdens de keizersnede kan je veel bloed verliezen. Dit kan leiden tot een ijzertekort in je bloed. Je kan je hierdoor slap en duizelig voelen. Je arts kijkt wat jij nodig hebt om dit te behandelen.
Blaasontsteking
Het plaatsen van een blaaskatheter kan soms leiden tot een infectie. Je hebt dan een verhoogde kans op blaasontsteking. Om dit te voorkomen krijg je antibiotica toegediend tijdens de operatie.
Nabloeding in de buik
Bij iedere operatie is er een kleine kans op een nabloeding. Een van de wonden kan opnieuw gaan bloeden. Om dit goed in de gaten te houden, blijf je na de keizersnede nog een paar dagen in het ziekenhuis. Krijg je een nabloeding, dan is soms een nieuwe operatie nodig.
Bloeduitstorting in de wond
Druk op de operatiewond kan leiden tot bloeduitstortingen. Dit kan pijnlijk zijn, maar is meestal niet ernstig. Om de pijn te verminderen krijg je pijnstillers. Je arts kan bepalen of een behandeling hiervan nodig is of dat je kan afwachten tot het vanzelf over gaat.
Infectie
Er is een kleine kans dat je operatiewond ontstoken raakt. Als dit niet op tijd wordt behandeld, kan het gevaarlijk zijn. Daarom controleert een verpleegkundige regelmatig of de wond goed geneest. Als je weer thuis bent, neemt de kraamverzorgende deze controles over.
Trombose
Tijdens je zwangerschap heb je een iets verhoogde kans op trombose. Na een keizersnede moet je veel rust houden. Te weinig bewegen vergroot de kans op trombose. Bij trombose ontstaat een bloedstolsel in je bloedbaan. Dit ‘propje’ kan een belangrijk bloedvat afsluiten. In ernstige gevallen kan dit leiden tot gevaarlijke longproblemen (longembolie), een beroerte of een trombosebeen.
Tijdens het herstel na je keizersnede neemt de kans hierop nog iets toe. Je arts zal je instructies geven om hiermee om te gaan. Daarnaast is je kraamverzorgende extra alert op symptomen van trombose.
Een beschadiging van de blaas
Bij het uitvoeren van de keizersnede kan je arts je blaas raken. Hierdoor kan er een beschadiging ontstaan. Meestal kan dit operatief worden verholpen. Het is wel mogelijk dat je blaaskatheter langer moet blijven zitten. Je blijft dan vaak ook langer in het ziekenhuis.
Mogelijke complicaties baby
Voor je baby kunnen ook complicaties ontstaan tijdens en na de operatie. Het meest voorkomende probleem is ademnood. Dit kan ook de reden zijn om een keizersnede uit te voeren, wanneer de ademnood al tijdens de bevalling begint. Soms is het nodig dat je kindje een paar dagen op de afdeling neonatologie moet blijven.
Weer thuis
Eenmaal thuis kan je rustig verder herstellen. Je kraamverzorgende en verloskundige ondersteunen je hierbij en voeren controles uit. Vaak kom je in aanmerking voor extra uren kraamzorg. Heb je nog pijn? Dan kan je paracetamol nemen. Probeer daarnaast zoveel mogelijk rust te nemen. Vraag ook anderen gerust om hulp bij de verzorging van je kindje.
Tot zes weken na de operatie is het verstandig om geen zware dingen te tillen. Ook bukken en wandelen kan pijnlijk zijn. Luister goed naar je lichaam en forceer jezelf niet. De ergste klachten zullen na ongeveer zes weken over zijn. Wel kan je nog langer last hebben van vermoeidheid en een ‘doof’ gevoel rondom de operatiewond. Maak je je zorgen? Neem dan contact op met je huisarts of je gynaecoloog.
Je buik na de keizersnede
Veel vrouwen maken zich zorgen om hun buik na de keizersnede. Naast de effecten van de zwangerschap, krijg je er nu ook een litteken bij. Gelukkig zit het litteken meestal laag op je buik. Hierdoor zie je het bij de meeste broeken nauwelijks. Was je gewend om laag uitgesneden broeken te dragen? Dan zitten die misschien minder comfortabel de eerste maanden na de operatie.
Met de tijd wordt je litteken steeds minder duidelijk zichtbaar, maar het zal niet helemaal verdwijnen. Voor veel vrouwen is het daarmee een blijvende herinnering aan de geboorte van hun kindje. Vind je het vervelend? Probeer dan broeken of rokken met een hoge taille en smeer je huid goed in. Dat houdt je huid soepel, waardoor je minder last hebt van het littekenweefsel.
Ook van binnen heeft de operatie nog zijn nasleep. Naast wondpijn, kan je buik de eerste dagen nog extra opgeblazen voelen. Dit komt doordat er tijdens de operatie gas in je buik is geblazen om de gynaecoloog voldoende zicht te geven tijdens het opereren. Dit verdwijnt vanzelf weer.
Keizersnede of een natuurlijke bevalling?
Als de omstandigheden het toelaten, is een natuurlijke bevalling eigenlijk altijd beter voor je lichaam. Het herstel duurt korter bij een natuurlijke bevalling (zonder complicaties). Daarnaast komen bij een natuurlijke bevalling hormonen vrij die de baarmoeder weer doen krimpen en het zelfherstellend vermogen van je lichaam stimuleren.
Herstel na een keizersnede
Het herstel van een keizersnede is een proces dat best even kan duren. Gemiddeld duurt het ongeveer zes weken voor je alles weer kan. Veel vrouwen hebben daarna nog een tijdje last van het litteken of van vermoeidheid. Naast het herstel van de operatie, moet je namelijk ook gewoon ontzwangeren.
Lees hier meer over in dit artikel.
Emoties na een keizersnede
Het is normaal als je (heftige) emoties ervaart rondom je keizersnede. De operatie is ingrijpend en ligt niet altijd in lijn met het beeld dat je had van de geboorte van je kindje. Probeer erover te praten als je hier last van hebt. Merk je dat je het niet los kan laten? Praat dan eens met je huisarts of een praktijkondersteuner.
Moet ik volgende keer weer een keizersnede?
Veel vrouwen zijn bang dat ze na een keizersnede nooit meer vaginaal kunnen bevallen. Dit is gelukkig lang niet altijd het geval. In de meeste gevallen krijg je bij een volgende zwangerschap de keuze. Je kan dan een geplande keizersnede kiezen, maar ook een vaginale bevalling. Dit is over het algemeen geen groter risico dan een volgende keizersnede.
Heb je meerdere keizersnedes gehad? Dan is het soms verstandiger om niet vaginaal te bevallen. Je littekens zijn dan kwetsbaarder. Hierdoor neemt het risico toe dat ze scheuren tijdens de bevalling. Dit kan erg gevaarlijk zijn. Je gynaecoloog kan je hierover verder adviseren.
Wist je dat…
veel mensen denken dat de term sectio caesarea verwijst naar Julius Caesar, de Romeinse keizer van wie gezegd wordt dat hij door een keizersnede geboren is. Dit is echter niet waar de naam vandaan komt. Het is waarschijnlijker dat de naam een verbastering is van het Latijnse woord voor snijden: caedere.
Download onze app
#1 zwangerschaps- en baby-app