De start bij een kinderopvang
De start bij een opvang is ontzettend belangrijk. Dat neemt niet weg dat de eerste dagen voor zowel ouder als kind best pittig kunnen zijn. Hoe gaat de start precies en hoe kan je dit zo soepel mogelijk laten verlopen?
Rondleiding
Bijna alle ouders bezoeken eerst één of meerdere crèches of onthaalmoeders voor ze de keuze maken voor een definitieve plek. Met een rondleiding kunnen ouders op heel veel punten letten, maar de keuze is natuurlijk ook voor een groot gedeelte een gevoel.
Intakegesprek
Als ouders voor een opvang hebben gekozen, volgt een uitgebreid intakegesprek.
Wennen
Een goede start is belangrijk. De eerste dagen van een kind bij een opvang staan daarom in het teken van wennen. Daarbij staat centraal hoe het kind zich voelt; het kind moet zich sociaal en emotioneel veilig voelen. Als dat niet het geval is, kan een kind zich niet ontwikkelen.
Tijdens de periode van wennen, hebben de ouders ook een belangrijke rol. Zij kennen hun kind het best en herkennen de signalen. Elk kind is anders en reageert anders. Baby’s kunnen niet praten, peuters wel, maar zij kunnen emoties nog niet goed verwoorden.
Hoe de wenperiode verloopt, verschilt per kind. Sommige kinderen (en ouders) vinden de eerste dagen heel spannend, anderen veel minder. Het wennen wordt daarom echt afgestemd op het kind en de ouders. De ‘standaard’ wenperiode ziet er ongeveer zo uit:
- Dag 1: Kind en ouder wennen samen een dagdeel. De ouder blijft daarbij aanwezig.
- Dag 2: In het begin van de dag blijft de ouder aanwezig. Als het kindje op zijn gemak is, gaat de ouder een uurtje weg.
- Dag 3: Zodra het kindje op zijn gemak is, vertrekt de ouder voor de rest van het dagdeel. De ouder blijft nog wel standby.
Tijdens de periode van wennen, blijft het welbevinden van een kindje en zijn ouders leidend. Ouders moeten zich echt op hun gemak voelen. Als dat niet het geval is, voelen kinderen dat ook. Daarom laat de onthaalmoeder of een medewerker van de opvang de ouders vaak zien hoe alles gaat.
Meegeven
Welke spullen je precies mee moet geven verschilt per opvang. Vaak is bijna alles aanwezig, ouders hoeven dus niet veel mee te geven wanneer ze hun kind brengen. Het is wel handig om reservekleding, luiers en een eigen fles mee te nemen. In het geval van borstvoeding uiteraard ook gekolfde melk. Overigens mag je soms als moeder ook langskomen om zelf borstvoeding te geven, daar is bij sommige opvanglocaties een speciale ruimte voor.
Wegbrengen
Op het moment dat ouders hun kind naar het kinderopvang brengen, is er ’s ochtends een overdracht. In dit gesprek wordt ouders gevraagd hoe het met hun kind gaat. Heeft hij bijvoorbeeld slecht geslapen doordat tandjes doorkomen of zit hij juist heel goed in zijn vel?
Afscheid nemen
Hoe een kind en de ouder afscheid nemen, wordt afgestemd met de ouders. Ieder kind en iedere ouder is namelijk anders. Bij het vertrek zwaait het kindje, samen met de medewerker, bijvoorbeeld de ouder in ieder geval altijd uit.
Natuurlijk komt het voor dat een kind en/of ouder het afscheid moeilijk vindt. In dat geval kan worden afgesproken dat je als ouder na 10 minuten gebeld wordt, als daar behoefte aan is. Als een kind overstuur is wanneer hun ouder vertrekt, is hij in 90% van de gevallen binnen 2 minuten weer rustig. Voor ouders kan het fijn zijn om dat nog even te horen.
Ophalen
Wanneer ouders hun kind aan het eind van de dag ophalen, vertellen medewerkers over de dag van het kind. Zo weet je wat je kindje doorheen de dag heeft gedaan.
Download onze app
#1 zwangerschaps- en baby-app