Lui oog bij baby’s herkennen en behandelen
In de eerste maanden na de geboorte ontwikkelt het zicht van je baby zich razendsnel. Van één grote waas bij de geboorte tot het zicht van een volwassene rond zijn eerste verjaardag. Soms ontwikkelen de ogen zich echter niet op een normale manier. Je kleine kan bijvoorbeeld te maken krijgen met een lui oog. Hoe herken je dit en hoe wordt het behandeld?
Ontwikkeling zicht baby
Het gezichtsvermogen van je baby groeit met hem mee. Vlak na de geboorte ziet hij nog niet scherp, maar naarmate zijn netvlies zich ontwikkelt en zijn oogspieren sterker worden, kan hij beter en verder kijken. Vanaf 3 maanden wordt zijn beeld scherper en gaan zijn ogen beter samenwerken zodat hij zich kan focussen op één punt en het diepte zien begint te komen. Als je baby echter een oogafwijking heeft, wordt de ontwikkeling van zijn gezichtsvermogen belemmerd.
Wat is een lui oog?
Bij een lui oog, in medische termen amblyopie genoemd, kijkt je kindje eigenlijk maar met één oog. Het andere oog, het luie oog, werkt in principe prima, maar wordt door de hersenen ‘uitgeschakeld’. Hierdoor wordt het te weinig of zelfs niet gebruikt, waardoor het gezichtsvermogen zich niet goed kan ontwikkelen. Hoe langer het luie oog ‘inactief’ is, hoe moeilijker het wordt om met dit oog goed te kunnen zien.
Een lui oog ontstaat in de periode dat het scherp zien nog in ontwikkeling is, vanaf 3 maanden tot 8 jaar. Deze oogafwijking komt voor bij ongeveer vier op de honderd mensen, waarbij erfelijke aanleg een rol speelt.
Wat veroorzaakt een lui oog?
De hersenen kunnen verschillende redenen hebben om ervoor te kiezen maar met één oog te kijken. Verschillende oorzaken kunnen zijn:
- Scheel kijken. Dit is de meestvoorkomende oorzaak van een lui oog. Bij scheel kijken gaat je kindje dubbelzien. Omdat dit niet effectief is, proberen de hersenen het dubbelzien te corrigeren door één oog ‘uit te schakelen’. Je kindje ziet dan niet meer dubbel, maar kijkt alleen nog maar met één oog, waardoor het ‘uitgeschakelde oog’ lui wordt.
- Afwijking in de gezichtsscherpte. Als één oog minder scherp ziet dan het andere, wordt dit oog ook buiten spel gezet door de hersenen. De hersenen letten alleen nog maar op datgene wat het goede oog ziet.
- Andere oogafwijkingen. Troebelingen van de lens (aangeboren staar), een hangend bovenooglid (ptosis) en hoornvlies- of netvliesafwijkingen zijn andere oogaandoeningen die het zicht van een oog kunnen beperken. Ook hierbij kiezen de hersenen ervoor om dit oog niet te gebruiken.
Gevolgen van een lui oog
Baby’s en peuters met een lui oog kunnen moeilijk diepte zien. Afstanden inschatten is dan erg lastig. Hierdoor kan je kleine moeite hebben om iets vast te pakken of om naar iets te grijpen. Ook kan hij vaker struikelen.
Je kindje heeft zelf verder weinig last van amblyopie. Toch is het belangrijk dat op tijd gestart wordt met behandelen. Enerzijds om te voorkomen dat hij op latere leeftijd slechtziend wordt en anderzijds omdat twee ogen altijd beter scherp kunnen zien dan één oog. Bovendien heb je voor diepte zien sowieso twee ogen nodig.
Hoe herken ik een lui oog?
Een lui oog is lastig te herkennen bij baby’s en wordt daarom vaak pas op latere leeftijd ontdekt en behandeld. Hoe eerder het wordt geconstateerd, hoe groter de kans dat het oog zich volledig ontwikkelt en het gezichtsvermogen normaal wordt.
Bij Kind en Gezin controleren ze regelmatig de ogen van je kindje. Bespreek eventuele twijfels altijd met de arts of verpleegkundige, vooral als:
- Je iets aan de ogen van je baby hebt opgemerkt
- Eén of meer mensen in je familie een lui oog hebben (gehad)
- Eén of meer familieleden scheel kijken
- Eén of meer familieleden een extra sterke bril dragen
Ga niet zelf experimenteren met het afplakken van een oog als je vermoedt dat je kleine amblyopie heeft, maar neem contact op met het consultatiebureau of je huisarts.
Hoe wordt een lui oog behandeld?
Amblyopie is vervelend, maar is gelukkig tot de leeftijd van ongeveer 8 jaar goed te behandelen. Een orthoptist of oogarts stelt vast of er sprake is van amblyopie en behandelt het luie oog van je kindje meestal door het goede oog af te plakken met een pleister. Je kleine wordt zo gedwongen met het luie oog te kijken. Dit oog wordt op deze manier geoefend en de hersenen van je kindje leren om het luie oog weer goed te gebruiken.
Het oog afplakken
Hoelang en hoe vaak de pleister op moet, is afhankelijk van de leeftijd van je kindje en hoe slecht het luie oog ziet. Dit kan verschillen van een paar uur per dag voor een aantal maanden, tot een aantal jaar. Als het luie oog weer maximaal ziet, wordt de behandeling geleidelijk afgebouwd.
In het begin vindt je kindje de pleister op zijn oog waarschijnlijk irritant. Hij moet er aan wennen dat het beeld aan één kant weg is en hij hierdoor slechter kan zien. Let daarom de eerste dagen nadat zijn oog is afgeplakt extra goed op je kleine. Traplopen of fietsen bij oudere kinderen kan tijdelijk minder soepel gaan.
Een bril
Als een gezichtsscherpte afwijking de oorzaak van amblyopie is, wordt deze vaak eerst behandeld door middel van een bril. Soms is dit al voldoende en is afplakken daarna niet meer nodig.
Druppelen
Een alternatief voor afplakken is druppelen van het goede oog. De druppels verwijden de pupil. Het doel hierachter is vergelijkbaar met afplakken: het goede oog gaat hierdoor slechter zien, waardoor gebruik van het luie oog wordt gestimuleerd. Een pleister heeft over het algemeen de voorkeur boven druppelen, omdat de oogdruppels kunnen irriteren.
Auteur Laura Miller-Sijm
Download onze app
#1 zwangerschaps- en baby-app