Voor veel ouders blijft het een lastig vraagstuk: geef ik mijn baby een tutje of niet? Hij kan heel fijn zijn voor je kindje en jezelf als ouder, maar je hoort er ook negatieve verhalen over. Dus, hoe zit het nu precies met het tutje?

Wat is een tutje?

Een tutje is een losse speen zonder fles, waar je baby op kan zuigen. Hij is meestal gemaakt van rubber of siliconen en kan gebruikt worden om je baby te kalmeren of in slaap te sussen. Naast het zuiggedeelte, heeft een tutje een rubberen of plastic schildje, dat voorkomt dat je baby hem per ongeluk inslikt.

Soorten tutjes

Tutjes zijn er in allerlei vormen, maten en kleuren. Grofweg zijn er qua speenvorm 3 soorten te onderscheiden. Daarnaast is er nog een variant die vergezeld gaat met een knuffeltje.

Kersvorm

Kersvorm: deze heeft een ronde top en lijkt het meest op de vorm van een tepel. Hij is dus herkenbaar voor je kindje.

Dentalspeen

Dentalspeen: dit tutje heeft een platte, schuin aflopende vorm. Daardoor valt hij minder snel uit het mondje van je baby.

Symmetrisch tutje

Platte, symmetrische tut: deze tut heeft een dunne schacht. Dit minimaliseert de ruimte tussen de boven- en onderkaak van je kleine en zorgt daarmee voor een vrije tongbeweging.

Wubbanub speen met eland eraan

Tutje met knuffel: een handige variant, want je baby gooit zijn tutje minder makkelijk uit bed en kan hem zelf gemakkelijk pakken. Alleen het op tijd afbouwen en het met mate gebruiken, kan nog weleens een probleem worden met deze schattige versie.

Waarom een tutje?

De belangrijkste reden om je baby een tutje te geven, is om hem te kalmeren. Baby’s hebben vaak veel zuigbehoefte, omdat zuigen troost biedt en een rustgevend en stress-verlagend effect heeft. Als je baby vaak onrustig is, kan het dus een ideale manier zijn om ervoor te zorgen dat hij zich comfortabel voelt.

In ziekenhuizen worden tutjes daarnaast gebruikt bij te vroeg geboren baby’s of baby’s met startproblemen. Het zuigen stimuleert de zuigreflex, bevredigt de zuigbehoefte en helpt je baby, bijvoorbeeld bij sondevoedingen, om het zuigen met een volle maag te associëren. Baby’s in het ziekenhuis hebben vaak meer stress, dus ook daarbij kan een tutje helpen.

Natuurlijk kleven er ook nadelen aan het gebruik van een tutje. Hoe zit het bijvoorbeeld met de borstvoeding? En de effecten op het gebit van je kindje? Wij zochten het voor je uit en zetten hieronder alle voor- en nadelen voor je op een rij.

Voordelen van een fopspeen

Troost bieden

Zoals hierboven beschreven, is het belangrijkste voordeel dat je je kindje comfort kan bieden als hij onrustig is of zich niet fijn voelt. Natuurlijk kan dit ook door hem tegen je aan te houden, hem te wiegen en voor hem te zingen, maar soms helpt dit alles niet. En dan kan een tutje uitkomst bieden.

Hulpmiddel bij het slapen

Sommige kindjes hebben moeite met in slaap vallen. Door het geruststellende en ontspannende effect van een tutje, kan het een hulpmiddel zijn om je baby’tje in slaap te sussen.

Minder kans op wiegendood

Verschillende studies zeggen dat een tutje de kans op wiegendood vermindert. Hoe dit precies komt, is nog niet volledig onderzocht. Er wordt gedacht dat het zou komen doordat zuigen de ontwikkeling van de mond- en kaakspieren stimuleert, waardoor de tong meer naar voren komt te staan en de luchtweg vrij blijft. Ook slapen speenzuigers minder diep, draaien ze minder in bed en leren ze vlotter hun hoofdje opzij te draaien, omdat de tut anders in hun gezichtje drukt. De kans is dan kleiner dat je baby met zijn neus en mond tegen het matras aan blijft liggen.

Brengt ook rust voor jou

In ‘crisisituaties’ (denk: in de supermarkt, de wachtkamer van de huisarts, het vliegtuig, bij krampjes of ziekte, of gewoon bij heel heftige huilbuien) kan een tutje ook heel wat stress bij jou en je partner wegnemen. Een stressloos tevreden kindje zorgt immers voor stressloze tevreden ouders.

Beter alternatief dan duimzuigen

Duimzuigen heeft gevolgen voor het volwassen gebit, omdat het de kaakstand blijvend verandert. Bij een tutje is dit maar tijdelijk, omdat hij minder druk geeft op de tandjes. Speenzuigen heeft daarom geen effect op het uiteindelijke gebit en is bovendien ook makkelijker af te leren dan duimzuigen.

Nadelen van een tutje

Zuigverwarring

Er wordt weleens gezegd dat als je baby borstvoeding krijgt, en je hem vanaf het begin een tutje aanbiedt, dat dit voor verwarring kan zorgen. Zuigen op een tutje is namelijk een heel andere techniek dan zuigen aan de borst. Als je baby op de ‘speenmanier’ aan je tepel zuigt, komt er geen melk. Je baby zou dan gefrustreerd kunnen raken en de borst kunnen gaan weigeren.

Lactatiekundigen stellen echter dat het niet altijd om zuigverwarring gaat, maar juist dat het belangrijk is om de tut op het juiste moment te geven. Daarmee is het niet bevordelijk om een tutje te geven als je baby honger heeft. Je kan hierdoor namelijk belangrijke voedingssignalen missen.

Negatief effect op melkproductie

Als je baby veel op zijn tutje zuigt, kan dit ten koste gaan van zijn zuigtijd aan de borst. Dit kan er weer voor zorgen dat je melkproductie terugloopt en daarom is het verstandig om de tut pas te introduceren als je baby de techniek van aan de borst drinken goed doorheeft en je melkproductie goed op gang is. Dit is meestal na twee weken.

Effect op kaak- en tandstand

Speenzuigen kan de stand van de kaak en de tanden negatief beïnvloeden. De veranderingen zijn te zien bij het melkgebit, maar het effect werkt niet door op het volwassen gebit. Als je baby stopt met het tutje voor hij zijn melkgebit gaat wisselen, is de kans op gebitsproblemen erg klein.

Je moet een tutje weer afleren

Het zuigen op een tutje is aangeleerd gedrag. Je moet het dus ook ooit weer afleren. Bij sommige kindjes is dit peanuts, maar er zijn ook dreumesen die heel erg gehecht zijn aan hun tutje.

Risico op middenoorontsteking

Volgens sommige Nederlandse onderzoeken is er een verband tussen speengebruik en het ontstaan van een middenoorontsteking, vooral bij oudere baby’s en peuters. Dit lijkt vooral het geval wanneer je kindje de hele dag door op de speen zuigt.

Dus, wel of geen tutje?

Afhankelijk van welke bron je raadpleegt, zijn de adviezen verschillend. Uiteraard is het geheel aan jou of je een tutje gebruikt voor je baby. Mocht je na het lezen van de voor- en nadelen nog steeds twijfelen, dan hier een samenvattend advies.

Het gebruik van een fopspeen is een veiligheidsbevorderende factor, mits het felbegeerde item op een verstandige manier wordt gebruikt. Dit houdt in:

  • Het tutje pas introduceren nadat de borstvoeding goed op gang is gekomen en soepel verloopt. Als je alleen flesvoeding geeft, is uitstellen niet nodig.
  • Het gebruik van de tutje beperken tot een hulpmiddel bij het in slaap vallen en bij ongemakken als je weet dat het geen honger is (zoals darmkrampjes).

Tutje afleren

Er wordt algemeen geadviseerd om het speenzuigen af te bouwen rond de eerste verjaardag van je kleine. In verband met de eenkennigheidsfase kan dit een moeilijke periode zijn. Toch is het verstandig om uiterlijk voor het 5e jaar te stoppen met de speen. Vanaf die leeftijd gaat je kindje namelijk zijn melkgebit wisselen en het speenzuigen kan dan zijn volwassen gebit negatief beïnvloeden.

Als je het tutje gaat afbouwen, kan je natuurlijk voor cold turkey gaan, maar dit is voor veel ouders en dreumesen een grote stap! Een geleidelijke aanpak spreekt wellicht meer aan.

Je kan dit op de volgende manier doen:

  1. Geef je kindje geen tutje meer in ‘geen-stress-situaties’, dus wanneer hij thuis rustig aan het spelen is. Vraagt hij om zijn tutje, leid hem dan af met leuke spelletjes. In stressvolle situaties of bij flinke huilbuien en in bed mag hij zijn tutje wel hebben.
  2. Geef overdag bij huilbuien geen tutje meer, maar probeer hem op andere manieren te troosten en af te leiden. In bed mag hij zijn tutje nog wel.
  3. Geef je kindje geen tutje meer als hij zijn middagslaapje doet. ’s Avonds mag het nog wel om in slaap te vallen.
  4. Bij de laatste stap ban je het tutje helemaal uit de slaapkamer. Bereid je voor op een paar moeilijke nachten, maar probeer vol te houden!

Leg elke stap kort, maar duidelijk uit aan je kindje en bedenk een afscheidsritueel voor de laatste stap. Het tutje vervangen door een knuffel of pop kan een goede manier zijn. Heb je een tutje met knuffel, dan hoef je het knuffeltje niet weg te gooien. Je verwijdert de tut van het knuffeltje, jullie gooien samen de tut weg, maar het beestje kan je kindje gewoon houden. Vergeet niet je kleine de hemel in te prijzen als het lukt!

TIP: plan het ‘tutjesafbouwproject’ in een rustige periode, dus niet rond feestdagen of verjaardagen.

Tips voor het gebruik van een tutje

Naast bovenstaande adviezen, zijn er nog een aantal dingen en handige tips waar je op kan letten bij het gebruik van een tutje.

  • Stop op tijd. Stop in ieder geval voordat je kindje begint met het wisselen van zijn melkgebit.
  • Tutjes-check. Controleer het tutje regelmatig op scheurtjes of gaatjes. Zijn er slijtageplekjes, scheurtjes of bijtgaatjes zichtbaar? Vervang hem dan meteen. Wanneer stukjes losschieten, kan dit verstikkingsgevaar opleveren. Het beste is om de tut sowieso elke zes weken te vervangen.
  • Stop het tutje niet zelf in je mond. Veel ouders doen dit als het tutje op de grond is gevallen, maar op deze manier kan je bacteriën vanuit jouw mond in de mond van je baby overbrengen, wat voor gaatjes kan zorgen.
  • Beperk het gebruik. Probeer het tutjesgebruik te beperken tot in bed en eventueel bij flinke huilbuien. Dan blijft het voor je kindje ook duidelijk en is het geruststellend effect groter.
  • Tutjeshygiëne. Kook regelmatig de tut uit of steriliseer hem met de microgolfsterilisator. De eerste 8 weken is het advies om dit zelfs dagelijks te doen.
  • Tutjesaccessoires. Kijk uit met tutkoorden en -kettingen. Ze kunnen gevaarlijk zijn, omdat ze voor verstikkingsgevaar kunnen zorgen.
  • Tutje uit mondje tijdens slapen. Is je kindje eenmaal in slaap gevallen? Haal de tut dan uit zijn mondje.