Waterhoofd bij je baby
Een waterhoofd kan ervoor zorgen dat je baby een groot hoofd heeft, zijn hoofdje groeit harder dan normaal. Het kan verschillende oorzaken hebben. Hoe ontstaat deze aandoening en wat is er aan te doen?
Wat is een waterhoofd?
Een waterhoofd, in medische termen hydrocefalus genoemd, is een aandoening waarbij er te veel hersenvocht in de hersenholtes van het hoofd zit. Hierdoor wordt de druk in de hersenen te hoog. Hydrocefalus betekent letterlijk ‘te veel water in het hoofd’. Om te begrijpen hoe dit kan, hebben we een klein lesje anatomie nodig.
In de hersenen zitten kamers, ook wel ventrikels genoemd. Dit zijn 4 holtes gevuld met hersenvocht. Het hersenvocht wordt aangemaakt in 2 grote hersenkamers, de zijventrikels, en stroomt via de derde en vierde hersenkamer naar de ruimte rondom de hersenen en het ruggenmerg. Rondom de hersenen wordt het vocht via de hersenvliezen weer afgevoerd naar de bloedvaten.
Hersenvocht
Per dag wordt zo’n 500 ml hersenvocht aangemaakt. Door het hersenvochtsysteem stroomt in totaal 150 ml. Het hersenvocht wordt dus zo’n 4 keer per dag ververst, dit is een voortdurend proces.
Het hersenvocht omgeeft je hersenen. De belangrijkste functie is dan ook het beschermen van de hersenen en het ruggenmerg, doordat het als stootkussen dient. Een beetje vergelijkbaar met de rol die vruchtwater vervult voor je kindje. Daarnaast zorgt hersenvocht voor het transport van voedingsstoffen en de afvoer van afvalstoffen.
Wat gebeurt er bij een waterhoofd?
Een waterhoofd ontstaat als er een verstoord evenwicht is tussen de aanmaak en afvoer van hersenvocht. Het hersenvocht kan de hersenkamers niet verlaten en deze verwijden zich hierdoor. Omdat de schedel een afgesloten ruimte is, kan de druk in de hersenen te hoog worden, waardoor deze beschadigd kunnen raken. Er zijn drie situaties mogelijk:
- Er is een te grote aanmaak. Dit komt maar heel weinig voor en zullen we niet verder bespreken.
- Er is een gestoorde afvoer. Ergens in de route die het hersenvocht aflegt, zit een blokkade, of het hersenvocht wordt door een probleem bij de hersenvliezen niet goed opgenomen door de bloedbaan. Dit is de meest voorkomende situatie bij een waterhoofd.
- Een tekort aan hersencellen. Om verschillende redenen (zoals een stofwisselingsziekte of een hersenbeschadiging) kan je kindje minder hersencellen hebben dan normaal. De hersenen zijn dan kleiner en de ruimte die hierdoor in de schedel ontstaat, wordt opgevuld door grotere hersenkamers en dus hersenvocht. De druk in de hersenen is hierbij niet verhoogd, waardoor er geen klachten van een waterhoofd ontstaan.
Oorzaken van een waterhoofd
Bovenstaande situaties kunnen door verschillende oorzaken ontstaan. Als een waterhoofd op een latere leeftijd optreedt, heeft het meestal een niet-aangeboren oorzaak, zoals een hersenbloeding, een infectie of een hersentumor. Deze oorzaken kunnen ook bij baby’s optreden, maar bij hen is het vaak aangeboren. Ook een infectie of medicatie bij jou tijdens de zwangerschap kan een waterhoofd veroorzaken.
Een waterhoofd bij baby’s heeft echter vaak een aangeboren oorzaak, het gaat dan meestal om een aanlegstoornis. Ongeveer 1 op de 500 baby’s komt ter wereld met een aangeboren hydrocefalus. De meest bekende aangeboren oorzaken zijn:
- Vernauwing aquaduct van Silvius. Het aquaduct van Silvius is een nauw gangetje dat de derde en vierde kamer met elkaar verbindt. Als dit gangetje door een verkeerde aanleg te nauw is, ontstaat een blokkade en hoopt het vocht zich op in de derde kamer en de grote hersenkamers.
- Syndroom van Dandy-Walker. Een aanlegstoornis in de hersenen, waarbij een deel van de kleine hersenen ontbreekt en de vierde hersenkamer groter is dan normaal. Door deze veranderingen in de hersenen kan het hersenvocht niet goed doorstromen.
- Syndroom van Arnold-Chiari. Er is een misvorming in de kleine hersenen die ervoor zorgt dat er een beknelling ontstaat. Het hersenvocht kan dan niet goed doorstromen en hoopt zich op.
- Spina bifida (open ruggetje). Bij een open ruggetje sluit de zogenoemde neurale buis zich niet goed tijdens de zwangerschap. De neurale buis is een belangrijk onderdeel van je prille embryo, het vormt namelijk de basis voor het centrale zenuwstelsel. Als deze niet goed sluit, ontstaat een open ruggetje, dat gepaard kan gaan met een waterhoofd.
Een niet aangeboren oorzaak die bij pasgeboren baby’s voorkomt, is een hersenbloeding in de eerste levensdagen. Dit komt bij te vroeg geboren baby’s nog weleens voor.
Symptomen waterhoofd
De klachten die je baby krijgt als hij een waterhoofd heeft, ontstaan doordat de grote hoeveelheid hersenvocht tegen de hersenen aan drukt. Omdat bij baby’s de fontanellen en schedelnaden nog niet gesloten zijn, wordt een waterhoofd bij hen snel zichtbaar. Het hoofdje wordt namelijk makkelijk groter. Symptomen die je baby kan hebben zijn:
- Een te snelle groei van het hoofd (te zien op de groeicurves bij het consultatiebureau)
- Een gespannen fontanel
- Uitgezette aderen op zijn hoofdje
- Lusteloosheid of slaperigheid
- Prikkelbaarheid
- Uitpuilende ogen
- Soms stuipen, ook wel epileptische aanvallen genoemd
- In buikligging het hoofd niet goed kunnen heffen
- Verminderde eetlust
- Het vaak strekken van de benen
- Een achterstand in de ontwikkeling
Bij oudere kinderen, waarbij de schedelnaden en fontanellen al gesloten zijn, treden andere klachten op zoals hoofdpijn, misselijkheid, braken, sufheid, problemen met zien en spierspasmen.
Is het erfelijk?
In de meeste gevallen is een waterhoofd niet erfelijk, maar er zijn wel een aantal erfelijke vormen. Deze erven meestal over via het X-chromosoom. Met DNA-onderzoek kan dit onderzocht worden.
Diagnose
Een snelle diagnose en behandeling is belangrijk om schade aan de hersenen te voorkomen. Om de diagnose te stellen wordt een CT-scan of MRI gemaakt. Met deze onderzoeken worden de hersenen en hersenkamers duidelijk zichtbaar gemaakt. Bij baby’s kan een echo ook voldoende zijn. Soms is een waterhoofd zelfs al tijdens de zwangerschap op een echo te zien.
Vaak wordt als aanvullend onderzoek een ruggenprik gedaan. Hiermee kan de druk in de hersenkamers worden bepaald en kunnen infecties en tumoren worden opgespoord. Als de artsen denken aan een erfelijke oorzaak, wordt bloedonderzoek gedaan, gericht op erfelijke ziektes waarbij een waterhoofd voorkomt.
Download onze app
#1 zwangerschaps- en baby-app
Behandeling
Als het waterhoofd klachten veroorzaakt bij je kindje, is behandeling nodig. De behandeling is er op gericht om het vocht en daarmee de druk in de hersenen te verminderen. De dokters kijken allereerst of ze de oorzaak weg kunnen nemen. Als dit mogelijk is, wordt dit vaak door middel van een operatie gedaan. Kan de oorzaak niet weggenomen worden, dan is er nog een andere operatie mogelijk. De neurochirurg maakt dan een verbinding tussen ruimtes waar normaal geen verbinding zit. Zo kan een blokkade omzeild worden en kan het hersenvocht toch doorstromen.
Soms kan door middel van een ruggenprik de druk verlaagd worden. Er kan dan als het ware hersenvocht ‘afgetapt’ worden. Dit kan een oplossing zijn bij een tijdelijke oorzaak van een waterhoofd, zoals bij een infectie. Soms moet het een aantal keer gebeuren, dan wordt een tijdelijke drain geplaatst om het vocht af te voeren.
Behandeling met een drain
Als bovenstaande behandelingen geen oplossing zijn, kan een permanente drain gebruikt worden om het teveel aan hersenvocht af te voeren. Een drain is een soepel, plastic slangetje, waarvan het ene uiteinde in de hersenkamers wordt gelegd. Het slangetje loopt onderhuids en het andere uiteinde mondt uit in de buikholte. Een klepje in het slangetje zorgt ervoor dat er pas hersenvocht door het slangetje loopt als de druk in de hersenkamers te hoog is. Eenmaal in de buik neemt het buikvlies het hersenvocht weer op. Het plaatsen van de drain is gelukkig een relatief kleine operatie.
Effecten op lange termijn
De gevolgen van een waterhoofd kunnen tijdelijk zijn, ze verdwijnen dan na behandeling. De hoge druk in de hersenen bij een waterhoofd kan er echter voor zorgen dat de hersenen van je kindje blijvend beschadigd raken. Hoe ernstig deze beschadiging is, hangt af van de oorzaak, de hoogte van de druk en hoe lang deze heeft geduurd.
Beschadigingen in de hersenen kunnen problemen opleveren met zien, praten, bewegen, het denkvermogen en het gedrag. Als je kindje echter snel behandeld wordt, is het ook goed mogelijk dat hij er geen blijvende gevolgen aan overhoudt.
Auteur Lauri Hanewinckel