brabbelen baby en moeder

“Mamama, dadada.” Voor iedereen met een baby vanaf 4 maanden zal dit vrolijke gebrabbel bekend klinken. Het lijkt alsof je kleintje je hele verhalen wilt vertellen.

Het brabbelen van je 4 maanden oude baby

Zodra je baby zo’n 4 maanden oud is, begint hij met ‘brabbelen’. Dit houdt in dat je kleintje klinkers combineert met medeklinkers. In één ademhaling spreekt hij meerdere lettergrepen uit, waardoor het lijkt alsof het echte woorden zijn.

In het begin lijkt dit gebrabbel nog totaal niet op de moedertaal, en zul je veel vreemde klanken en klankcombinaties horen. Je baby experimenteert met toonhoogtes en met het volume van het geluid dat hij produceert. Sommige baby’s vinden het vooral erg leuk om te testen hoe hard ze kunnen gillen…

Het brabbelen van je 6 maanden oude baby

Vanaf 6 maanden gaat het brabbelen meer op de moedertaal lijken. Nu ga je als ouder het begin van woorden herkennen in het vocale oefenwerk van je kindje. Het is zelfs mogelijk dat je echte woordjes zult horen, zoals ‘mama’ of ‘papa’. Je baby bedoelt daar echter niets mee, omdat hij nog niet weet dat jij bij dat woord hoort.

Je kleintje zal lettergrepen die hij kent herhalen (“ma-ma-ma-ma”), en deze aan elkaar plakken tot een echt ‘zinnetje’. Vanaf 6 maanden komt er steeds meer structuur in de ‘zinnetjes’ die je baby uitkraamt.

Het herkennen van woordjes

Een mooie sprong in de taalontwikkeling van je baby is dat hij in deze periode enkele woordjes gaat ‘begrijpen’. Hoewel hij ze nog niet zelf kan zeggen, zie je aan hem dat hij bepaalde woorden herkent. Probeer het maar eens uit: vraag bijvoorbeeld aan je kleintje waar zijn favoriete knuffel is. De kans is groot dat hij er naar op zoek gaat!

Kletsen met je baby

Je kindje doet de klanken en tonen die jij gebruikt graag na. Jij speelt dus een grote rol in zijn taalontwikkeling. Dit kan je in deze fase op verschillende manieren stimuleren:

  • Praat veel tegen je baby: door veel te praten (bijvoorbeeld over wat je aan het doen bent, of door dingen in je omgeving te benoemen) en taalspelletjes te spelen, pikt je baby sneller woorden op. Hoe meer hij in aanraking komt met taal, hoe groter zijn woordenschat uiteindelijk wordt.
  • Babbel met je kindje: onderzoek toont aan dat baby’s sneller leren praten als ouders veel mét hen praten. Praat met je baby, en geef hem de mogelijkheid om te reageren. Hij hoeft niet per se terug te ‘praten’: ook als hij bijvoorbeeld naar je lacht, is er interactie.
  • Zing liedjes! Baby’s zijn gek op klanken. Ze luisteren dus graag naar muziek, versjes of deuntjes.
  • Kijk af en toe eens naar een babyvriendelijk TV-programma, zoals Nijntje, Bumba of Het Zandkasteel.
  • Lees je baby voor. Hij begrijpt nog niet wát je voorleest, maar geniet van de aandacht, je stem, en het boekje zelf. Op deze manier hoort je kleintje allerlei woordjes en misschien probeert hij de klanken wel na te doen.

Blijf dus lekker veel communiceren met je baby. Over een half jaar zal hij je verrassen met zijn eerste woordje!