Leren praten, de taalontwikkeling van je baby
Voordat je baby zijn eerste woordjes uitspreekt, is hij al druk bezig met het leren praten. Zijn taalontwikkeling begint al direct na de geboorte. Hoe verloopt deze ontwikkeling en wanneer gaat het brabbelen over in woorden en zinnen?
Taalontwikkeling baby
Een pasgeboren baby kan nog geen vloeiende zinnen spreken. Toch ‘praat’ hij al op zijn eigen manier. Al vanaf de geboorte probeert je kindje op verschillende manieren duidelijk te maken wat hij wil. Hoe verder zijn taalontwikkeling vooruitgaat, hoe beter je jouw baby kan begrijpen.
Wanneer je als ouder de bewegingen, geluiden en blikken van je kind bestudeert, zal je eerder snappen wat hij wil zeggen. Ook als je baby nog niet kan praten, maakt hij door kleine contactpogingen duidelijk wat hij wil. Reageer je niet snel genoeg op deze pogingen? Dan zal je baby beginnen met huilen, om zo te proberen duidelijk te maken wat hij wil.
Huilen
Huilen is het eerste middel dat je pasgeboren baby inzet om iets duidelijk te maken. Vanaf de geboorte tot de leeftijd van 6 weken is huilen het voornaamste geluid dat je baby maakt. Je baby gebruikt het huilen om aan te geven dat hij bijvoorbeeld honger heeft, een schone luier wil of aandacht nodig heeft.
Je baby kan op verschillende manieren huilen. Deze staan ieder voor een andere behoefte. Het zal even tijd kosten voordat je het verschil tussen deze verschillende huiltjes herkent. Als het je eenmaal lukt, kan je jouw baby sneller geven wat hij nodig heeft.
Klanken
Als je baby tussen de 6 en 24 weken oud is, gaat hij voor het eerst met zijn stem spelen. Het uitbrengen van klanken is de tweede fase in de taalontwikkeling. De eerste klanken zijn ‘ah’, ‘eh’, ‘oh’ en ‘uh’. Als je reageert op de klanken, beseft je kind dat hij op deze manier ook aandacht kan trekken. Daarnaast stimuleert hij door het uitbrengen van deze klanken zijn lippen, tong en mondspieren.
Brabbelen
Vanaf 6 maanden gaat je baby klinkers en medeklinkers combineren. Dit is de derde fase in de taalontwikkeling. Veel voorkomend gebrabbel is ‘dadada’ en ‘mamamama’. Na een tijdje gaat je baby ook verschillende medeklinkers in één woord combineren. Je kan hierbij denken aan een woord zoals ‘wadada’.
Soms lijkt het gebrabbel op echte woorden. Toch bedoelt je baby er nog vrij weinig mee. Hij weet nu alleen dat er gereageerd wordt op zijn gebrabbel en dat hij hiermee aandacht krijgt. Pas vanaf 8 maanden kan je baby het verband gaan begrijpen tussen zijn gedrag en jouw reactie.
De eerste woordjes
De vierde fase in de taalontwikkeling zijn de eerste echte woorden. Vanaf 12 maanden kan je tussen het vele gebrabbel de eerste echte woorden langs horen komen. Je kindje begrijpt vanaf nu dat er met een bepaald woord iets wordt bedoeld. Veel voorkomende eerste woorden zijn ‘papa’, ‘mama’, ‘auto’ en ‘hap’.
Je baby maakt waarschijnlijk gebruik van één woord om een persoon, voorwerp of gebeurtenis aan te wijzen. Hij kan bijvoorbeeld bedoelen ‘Die auto is van mama’ maar zal naar de auto wijzen en ‘mama’ zeggen.
Twee-woordzinnen
In deze fase van de taalontwikkeling begint je kindje losse woorden te combineren. Dit gebeurt meestal vanaf 18 maanden. In deze twee-woordzinnen worden alleen de twee belangrijkste woorden uitgesproken. Hij kan bijvoorbeeld zeggen ‘Papa auto’ en bedoelen ‘Papa, ik wil met de auto’ of ‘Dat is papa’s auto’.
Je kindje gaat in deze periode ook steeds meer woorden begrijpen. Je kan hem nu iets duidelijk maken door alleen te praten. Wijzen is niet meer nodig. Maar gebruik nog wel korte en eenvoudige zinnen, zoals ‘Geef de appel maar aan oma’.
Drie-woordzinnen
Vanaf 2 jaar leert je kindje opeens heel veel nieuwe woorden. In deze fase van de taalontwikkeling gaat je kindje ook steeds meer spreken in zinnen van drie, vier of vijf woorden. Grammaticaal worden de zinnen steeds beter. Hij kan werkwoorden vervoegen, hij gebruikt de eerste voornaamwoorden, lidwoorden en voorzetsels en hij kan meervouden maken. De woordenschat van je kindje groeit sneller dan zijn spraakvermogen kan bijbenen. Hierdoor is het mogelijk dat hij af en toe wat stottert in deze periode.
Zei je kindje in de vorige fase nog ‘Mama auto’? Dan zal hij nu ‘Mama auto rijden’ kunnen gaan zeggen. Op simpele vragen zoals ‘Wat ben je aan het eten?’ kan je kind nu antwoord geven. Ook kan je hem tweeledige opdrachten geven, zoals ‘Pak je jas en trek hem aan.’
De eerste echte zinnen
Vanaf 3 jaar kan je kindje al hele gesprekken voeren. De zinnen zullen in het begin nog bestaan uit drie a vijf woorden, maar worden steeds langer. Als hij zegt ‘Daar auto rijden, grote’ dan bedoelt hij ‘De grote auto rijdt daar.’
Zijn grammaticale ontwikkeling gaat ook vooruit. Hij kan nu zeggen ‘Ik heb al gegeet, mama’ of ‘Ik heb veel hapjes genemen.’ Je kindje gaat ideeën met elkaar verbinden, wat zorgt voor samengestelde zinnen. Een mooi voorbeeld is ‘Als ik later een grote vrouw ben, ga ik ook met papa trouwen.’
Wat als je baby maar niet wil gaan praten?
Loopt je kindje achter in zijn taalontwikkeling? Dit is niet meteen reden voor paniek. De leeftijden die hier genoemd worden, zijn gemiddelde leeftijden. Ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen tempo. De één is snel met lopen, de ander met praten. Als je baby zich meer bezighoudt met het leren stappen of klimmen, gaat daar meer aandacht en energie naar uit. Het leren praten komt dan op de tweede plek en zal nog even op zich laten wachten.
Kinderen zijn gemiddeld 12 maanden oud als ze hun eerste woordje zeggen. De verschillen hierin zijn groot. Het ene kind zegt pas rond de leeftijd van 18 maanden zijn eerste woordjes, terwijl de ander al bij 8 maanden zijn eerste woordjes laten horen. Ook is het mogelijk dat je kindje een fase overslaat in zijn taalontwikkeling. Hij begint bijvoorbeeld gelijk met twee-woordzinnen en slaat de enkele woorden over.
Heb je het idee dat je kindje erg achterloopt in zijn taalontwikkeling of zijn gehele ontwikkeling? Neem dan contact op met je huisarts, een arts van Kind en Gezin of de logopedist. Deze kan onderzoeken wat er aan de hand is.
Download onze app
#1 zwangerschaps- en baby-app