De eerste dag met je baby thuis: wat nu?
Je bent bevallen, eindelijk is je baby er! Als alles goed is gegaan, begint nu de eerste dag met je baby thuis. Heerlijk, maar stiekem ook best spannend. Je bent emotioneel en fysiek niet jezelf en opeens is daar een klein mensje voor wie je moet zorgen. De eerste dag komt er veel op je af. Wat kan je allemaal verwachten?
Om rekening mee te houden: je baby
Een pasgeboren baby communiceert op verschillende manieren, zoals subtiele signalen in zijn lichaamstaal en huilen. In het begin zal je de signalen nog niet herkennen en weet je niet altijd meteen wat je kleine nodig heeft. Is het honger, moet hij worden verschoond of heeft hij krampjes?
Het is een kwestie van uitproberen. Jij en je partner moeten jullie baby leren kennen en dat heeft tijd nodig. Na een paar weken begin je de signalen en huiltjes van je baby te herkennen en weet je steeds beter waar hij behoefte aan heeft.
Het uiterlijk van je baby
Je moet misschien even wennen aan de aanblik van je baby. De eerste dag is het nog moeilijk te geloven: is dit kleine hummeltje echt van jou? Je blijft maar naar hem te kijken.
In tegenstelling tot wat je uit films kent, kan je pasgeboren baby er wat ‘verfrommeld’ uit zien. Dit komt doordat hij in de baarmoeder nog maar weinig ruimte had en wat opgepropt lag tegen het einde van je zwangerschap.
Ook kan er een laagje wit vet op zijn huid en haartjes zitten. Dit heet vernix of huidsmeer. Je hoeft dit niet te verwijderen, meestal trekt het binnen twee dagen vanzelf weg.
Afvallen
Je kindje valt de eerste dagen af. Dit komt doordat hij nog niet zo goed kan drinken, of omdat de borstvoeding op gang moet komen. Gelukkig heeft je baby genoeg reserves om even vooruit te kunnen. Je vroedvrouw houdt het gewicht van je kleine goed in te gaten.
Je kleine wonder mag maximaal tien procent van zijn geboortegewicht verliezen, daarna moet hij weer bijkomen. Dit gebeurt meestal vanaf een week na de geboorte en gaat in rap tempo. Gemiddeld groeit hij dan zo’n 15 tot 30 gram per dag. Binnen 2 weken hoort hij weer op zijn geboortegewicht te zitten.
Zwarte ontlasting
De eerste keer dat je baby stoelgang maakt, is zijn ontlasting donkergroen of zwart van kleur en een beetje plakkerig. Dit heet meconium. Je hoeft hier niet van te schrikken, de kleur wordt veroorzaakt door het vruchtwater dat je kindje in de baarmoeder heeft ingeslikt. Bewaar de luier voor de kraamverzorgende, zodat deze de ontlasting kan controleren. Om aankoeken te voorkomen, kan je een beetje vaseline of billenzalf op de billetjes smeren.
Om rekening mee te houden: jij
De kans is groot dat je de eerste dag(en) overspoeld wordt door emoties. Het ene moment ervaar je een enorm geluksgevoel, het andere moment kan je alleen maar huilen. Dit zijn de befaamde kraamtranen. Ze worden veroorzaakt door je veranderende hormonen en de moeheid. Als de borstvoeding niet goed op gang komt, kan je daar ook verdrietig om worden. Gelukkig duren de ‘baby blues’ meestal maar een paar dagen.
Zwakte en vloeien
Na de bevalling voel je je waarschijnlijk lichamelijk zwak. Een klein stukje lopen voelt al als een marathon. Ook zal je de eerste dagen nog ruim vloeien. Dit komt doordat er een wond zit op de plek waar de placenta zat. Die wond geneest langzaam, omdat je baarmoeder nog samentrekt totdat hij weer zo klein is als voor de zwangerschap.
Misschien verlies je grote stolsels (samenklonteringen van bloed). Schrik niet als je het kraamverband elke twee uur moet verversen. Dit is heel normaal. Daarnaast kan je nog moe en duizelig zijn en heb je wellicht last van hoofdpijn en rugpijn.
Naweeën en hechtingen
Je lichaam heeft tijd nodig om te herstellen. Van de zwangerschap, maar ook van de bevalling. Je kan last krijgen van naweeën: er schieten dan pijnscheuten door je buik. Misschien heb je enkele hechtingen en doet het pijn bij het plassen.
Probeer daarom voldoende rust te nemen zodat je lijf kan aansterken. Je vroedvrouw houdt in de gaten of je lichaam zich voldoende herstelt. Zo meten ze bijvoorbeeld je hartslag en temperatuur en checken ze of je baarmoeder weer klein en soepel wordt.
Wat te doen bij…
In het begin is alles nieuw en weet je waarschijnlijk nog niet precies wat je moet doen. Wat kan je bijvoorbeeld doen bij:
- Honger. De eerste week zal er nog geen regelmaat in de voedingen zitten. Je kan je baby gewoon aanleggen als je denkt dat hij honger heeft. Een pasgeboren baby wil het liefst elke 2 à 3 uur drinken, zowel overdag als ’s nachts. Dit verschilt echter per kindje. Kijk vooral goed naar je kindje, dan leer je zijn ‘hongersignaaltjes’ vanzelf kennen.
- Afwijkende lichaamstemperatuur. Van je vroedvrouw leer je dat je regelmatig de temperatuur van je baby moet meten. Dit is belangrijk, want als je baby in de eerste drie maanden na de geboorte koorts of juist ondertemperatuur heeft, hoort daar altijd een arts naar te kijken. Een normale lichaamstemperatuur ligt tussen de 36,5 en 37,5 graden.
- Darmkrampjes. Je baby kan last krijgen van krampjes. Die beginnen meestal een half uur naar de voeding en bereiken een piek rond zes weken na de bevalling. Tijdens de krampjes heeft je kindje meestal zuigbehoefte. Geef hem dan een tutje of je pink. Het kan ook helpen om met de klok mee over zijn buikje te wrijven, fietsbewegingen te maken met zijn beentjes of je baby op zijn buik op je arm te leggen en heen en weer te wiegen.
- Spugen. Veel jonge baby’s geven weleens terug na de voeding. Dit noem je reflux en is een normaal verschijnsel. Houd je kindje na de voeding een tijdje rechtop, dat verkleint de kans op spugen. Spuugt hij toch, zorgt er dan voor dat hij zich niet kan verslikken. Je kan dit doen door hem op zijn zij te leggen.
Hulp de eerste dag
Misschien heb je het idee dat je er helemaal alleen voor staat. Maar dat is niet zo. De eerste dag maak je kennis met je vroedvrouw, als je nog niet werd begeleid door een zelfstandige vroedvrouw tijdens de zwangerschap. Zij ondersteunt jou en je partner bij de verzorging van jullie kindje. Ze controleert of het goed gaat met jou en de baby, helpt bij de (borst)voedingen, geeft uitleg, advies en biedt emotionele steun.
Ook de kraamzorg komt regelmatig langs. Zij overlegt met de vroedvrouw over jouw herstel en de zorg voor de baby. Waar nodig geeft ze advies.
Tips voor de eerste dag
Zo’n eerste dag met je kindje kan overweldigend zijn. Onderstaande tips kunnen je helpen om deze bijzondere dag op een prettige manier door te komen.
- Houd de dag rustig. Laat niet meteen te veel kraambezoek komen, maar neem de tijd voor jullie gezinnetje. Veel slapen en bedrust houden is ook nog goed voor je. Het huishouden laat je even voor wat het is.
- Vraag hulp. Twijfel je over je baby en of je het wel goed doet? Je staat er niet alleen voor. Het is heel normaal dat je het allemaal nog niet weet. Stel vragen aan de kraamzorg en de vroedvrouw. Zij zijn er immers om je te helpen. En zet je familieleden in om klusjes te doen, zoals boodschappen doen of koken, zodat jij en je partner daar niet aan hoeven te denken. Iedereen wil graag helpen, maar niemand wil zich opdringen. Het is daarom goed als je zelf aangeeft wat je nodig hebt.
- Uit je gevoel. Deel je emoties met de mensen in je omgeving, bijvoorbeeld je partner of je ouders. Praat over het geluk én het verdriet dat je ervaart. De heftige emoties horen er dan misschien wel bij, maar kunnen nogal intens zijn. Het is best hard werken om ze te verwerken. Vaak besef je pas na een aantal weken hoe zwaar de eerste dagen zijn geweest.
- Vertrouw op jezelf. Jij bent een moeder, je kan dit! Hoeveel informatie er ook op je af komt, uiteindelijk is je intuïtie je beste raadgever. Over het algemeen kan je erop vertrouwen dat jij goed aanvoelt wat je kindje nodig heeft en of er wat mis is.
- Vergeet niet te genieten. Ondanks alle twijfels die je kan voelen, is de kraamtijd een heerlijke periode waarin je lekker kan genieten van je baby. In bad doen, voor het eerst samen naar buiten of knuffelen in bed: er zijn genoeg zorgeloze momenten waarop je jezelf even in je arm moet knijpen. Ja, dit bovenaardse geluk is jou echt gegund!
Download onze app
#1 zwangerschaps- en baby-app