Zwanger autorijden: waarop kan je letten?

Zwanger autorijden

Wanneer je zwanger bent, kan je veilig autorijden. Zijn er geen problemen rondom je zwangerschap en kan je nog goed bij de pedalen en het stuur? Dan kan je gewoon blijven autorijden.

Misschien ben je door je zwangerschap extra bang om een ongeluk te krijgen. Gelukkig is de kans hierop bij voorzichtig rijden niet zo groot. Bovendien beschermt het vruchtwater in je baarmoeder je kindje tegen klappen en stoten. Bij een kleine botsing hoef je dus niet meteen ongerust te zijn. Daarnaast kunnen een autogordel en een airbag voor bescherming zorgen.

Autogordel en zwanger

Ook als je zwanger bent, is het dragen van een autogordel verplicht. Het is belangrijk dat de gordel niet over je buik loopt, zodat deze niet in je buik kan drukken. Let daarom op de volgende punten:

• Gebruik altijd een driepuntsgordel. Dit is een autogordel die schuin over je borst loopt en over je heupen. Vrijwel alle moderne auto’s hebben een driepuntsgordel.
• Zorg ervoor dat de heupgordel onder je buik zit en niet over je buik heen loopt.
• De schuine gordel loopt over je schouder en tussen je borsten naar de zijkant van je buik. Ook deze gordel mag niet over je buik lopen.
• Zorg ervoor dat de gordel strak aangetrokken is.
• Verstel zo nodig de hoogte van de autogordel.

Heb je veel last van de gordel? Dan kan je een speciale zwangerschapsgordel proberen. Deze trekt de heupgordel naar beneden, zodat die niet tegen je buik drukt. Je kan de aangepaste gordel kopen bij de meeste babywinkels of online bestellen.

Airbag en zwanger

Schakel de airbag niet uit als je zwanger bent. Deze vormt tijdens je zwangerschap geen gevaar voor jou of je baby. Als de airbag uitklapt tijdens een ongeluk, beschermt hij jullie juist.

Wel is het extra belangrijk dat je een autogordel draagt. Heb je deze niet of verkeerd om en klapt de airbag uit? Dan kan dit jou en je baby in gevaar brengen. Zorg er dus voor dat je altijd de gordel op de juiste manier draagt.

Wanneer niet zwanger autorijden?

Soms kan je beter niet zwanger autorijden. In de volgende gevallen is autorijden tijdens je zwangerschap niet verstandig:

• Bij het gebruik van sommige medicijnen. Sommige medicijnen zorgen ervoor autorijden minder veilig is. Denk aan medicijnen tegen een hoge bloeddruk. Slik je medicijnen tijdens je zwangerschap? Controleer dan de bijsluiter of vraag je huisarts of apotheker om advies.
• Er zijn problemen rondom je zwangerschap. Bij sommige zwangerschapsproblemen is autorijden minder veilig. Heb je een hoge bloeddruk of is er een risico op vroeggeboorte? Stap dan liever niet achter het stuur. Dit kan je ook beter doen als je ernstige bloedarmoede of slecht gecontroleerde zwangerschapsdiabetes hebt.
• Je hebt veel last van kwaaltjes. Sommige zwangerschapskwaaltjes kunnen voor risico’s zorgen tijdens het autorijden. Heb je bijvoorbeeld veel last van misselijkheid, duizeligheid of concentratieproblemen? Dan kan je beter niet achter het stuur kruipen.
• Autorijden is niet meer comfortabel. Staat je stoel door je groeiende buik zo ver naar achter dat je niet goed meer bij de pedalen kan? Dan is het verstandiger om het autorijden tijdens je zwangerschap aan iemand anders over te laten.

Autorijden na keizersnede of vaginale bevalling

Hoe snel je na de bevalling weer kan autorijden, is per vrouw verschillend. Hier zijn geen vaste regels voor. Autorijden na een vaginale bevalling kan meestal weer na zo’n twee weken. Houd wel je lichaam in de gaten en wacht er wat langer mee als je merkt dat je er nog niet klaar voor bent.

Is je kindje met een keizersnede op de wereld gekomen? Dan duurt het herstel na je bevalling wat langer. Autorijden kan daardoor de eerste vier tot zes weken pijnlijk of zelfs gevaarlijk zijn. Wacht daarom met autorijden na een keizersnede tot de nacontrole bij de gynaecoloog. Deze is ongeveer zes weken na je bevalling. Hier kan je vragen of je er klaar voor bent om weer te rijden.

Tips voor veilig zwanger autorijden

Zit je tijdens je zwangerschap regelmatig achter het stuur? De volgende tips kunnen je helpen om veilig zwanger auto te rijden.

• Pas zo nodig je stuur en stoel aan. Voor jouw veiligheid en die van je kindje is het belangrijk dat er ongeveer 25 centimeter tussen je buik en het stuur zit. Dit betekent dat de stoel waarschijnlijk steeds verder naar achter moet. Zorg ervoor dat het stuur zoveel mogelijk naar je borst gericht is.
• Strek bij lange ritten vaak je benen. Wanneer je lang achter elkaar zit, heb je een grotere kans op trombose. Er zit dan een stolsel (klont) in een bloedvat. Je kan dit helpen voorkomen door regelmatig je benen te strekken en genoeg water te drinken.
• Neem geen risico’s. Zwanger autorijden betekent dat je niet alleen voor jezelf voorzichtig moet rijden, maar ook voor het kindje in je buik. Neem daarom geen onnodige risico’s. Houd je aan de maximale snelheid en neem genoeg rustpauzes.
• Kijk of een kussen bij rugpijn helpt. Heb je last van rugpijn tijdens je zwangerschap? Dan kan je kijken of een speciaal rugkussen tijdens het autorijden helpt. Zo’n kussen zorgt ervoor dat je in een goede houding achter het stuur zit. Dit kan rugpijn helpen voorkomen.
• Neem genoeg eten en drinken mee. Zwanger autorijden kan behoorlijk vermoeiend zijn. Iets eten of drinken helpt vaak om nieuwe energie te krijgen. Zorg er daarom voor dat je altijd iets te eten of drinken bij je hebt, vooral als je een lange rit gaat maken.
• Bescherm de autostoel met een matje. Aan het einde van je zwangerschap wordt de kans dat je vliezen breken steeds groter. Wil je de autostoel beschermen tegen mogelijk vruchtwater? Leg er dan een onderlegger (bijvoorbeeld een opvouwbaar verschoningsmatje) op.
• Neem bij lange ritten de vluchttas mee. Komt je uitgerekende datum dichtbij en ga je een lange autorit maken? Neem dan voor de zekerheid de vluchttas mee. Je hebt dan de belangrijkste spullen voor jou en je kindje bij je als onderweg de bevalling begint.
• Ga na een ongeluk bij de gynaecoloog of vroedvrouw langs. Hopelijk maak je het nooit mee, maar er kan altijd iets gebeuren onderweg. Wanneer je een ongeluk krijgt, is het belangrijk om je door je gynaecoloog of vroedvrouw te laten controleren. Ook als je nergens last van hebt. Zo weet je zeker dat het goed gaat met je kindje.