Miskraam verwerken: wat kan je doen?

Wat te doen na een miskraam?

Een miskraam is heftig en verdrietig om mee te maken. Vaak is het kindje gewenst en voelt het verschrikkelijk om te weten dat hij of zij er niet zal komen. Het kan dan ook voor veel emoties zorgen als jij of je partner een miskraam krijgt. Daarnaast zorgt een miskraam voor lichamelijke ongemakken. Het kost tijd om hiervan te herstellen.

Lichamelijk herstel na een miskraam

Bij een miskraam wordt je zwangerschap afgestoten. Je verliest hierbij bloed en weefsel van het vruchtje. Het bloedverlies na een miskraam of curettage duurt meestal zo’n vijf tot tien dagen. Hierbij kan je flinke buikpijn hebben. Het afgestoten weefsel hoef je niet te bewaren. Dit wordt niet gebruikt voor verder onderzoek. Meestal keert je menstruatie na zo’n vier tot zes weken terug. Je kan dan direct weer zwanger worden.

Bloed je na drie weken nog steeds of ben je na acht weken nog steeds niet ongesteld geworden? Dan zit er misschien nog wat restweefsel in je baarmoeder. Dit kan met een echo worden bekeken. Het is mogelijk dat je toch nog een curettage nodig hebt.

Bij een rhesus negatieve bloedgroep

Heb je een rhesus negatieve bloedgroep en duurde de zwangerschap minimaal 10 weken? Dan is het belangrijk dat je een injectie krijgt met anti-D immunoglobuline. Deze injectie voorkomt dat je lichaam bepaalde antistoffen maakt. Die antistoffen kunnen namelijk bij een volgende zwangerschap bloedarmoede bij de baby veroorzaken.

Om ervoor te zorgen dat dit net gebeurt, is het het beste om de injectie te krijgen binnen 48 uur na het verliezen van de vrucht. Maar binnen twee weken is het ook nog nuttig om de injectie te halen.

Opnieuw zwanger worden

Heb je één keer een miskraam meegemaakt? Dan heeft dit geen invloed op een volgende zwangerschap. Jij of je partner kan hierna dus direct weer zwanger worden. Wel is het goed als de baarmoeder twee weken rust krijgt na het verliezen van het afgestoten vruchtje. Het lichaam heeft even de tijd nodig om te herstellen en het weefsel helemaal af te stoten.

Het kan prettig zijn om met de volgende zwangerschap te wachten tot na de volgende menstruatie. Dan heb je een duidelijk startpunt. Deze dag wordt namelijk gebruikt als startdatum van een zwangerschap. De duur van een zwangerschap is lastiger te bepalen als deze voor de eerste menstruatie ontstaan is.

Uit onderzoek blijkt trouwens dat het goed kan zijn om niet te lang te wachten na een miskraam. Stellen die binnen drie maanden na een miskraam weer zwanger proberen te worden, raken gemiddeld sneller weer in verwachting. Ook hebben ze een grotere kans op een succesvolle zwangerschap.

Bij meerdere miskramen achter elkaar

Bij minimaal twee miskramen achter elkaar kan er een achterliggende oorzaak zijn. Maar er kan ook sprake zijn van toeval. Vaak is de oorzaak een aanlegstoornis die bij de bevruchting is ontstaan. Als je wil, kan je onderzoek laten doen naar de chromosomen van jou en je partner. Toch wordt er maar bij 15 procent van de paren een oorzaak gevonden voor de herhaalde miskramen.

Hoe kan je een miskraam verwerken?

Een miskraam verwerken gaat samen met veel emoties. Je kan te maken krijgen met een schuldgevoel. Bijvoorbeeld omdat je bang bent dat je te hard gewerkt hebt, of niet gezond genoeg hebt gegeten. Het kan moeilijk zijn, maar probeer jezelf niks kwalijk te nemen. Het verwerkingsproces is zwaar genoeg. De kans dat jij de miskraam kon voorkomen, is erg klein.

Je kan je jaloers voelen tegenover stellen waarbij de zwangerschap wel doorgaat. Dit is niet vreemd en hier hoef je je niet voor te schamen. Troost je met de gedachte dat deze gevoelens weer weg zullen gaan, maar dat dit tijd nodig heeft.

Ook kunnen reacties uit je omgeving confronterend zijn. Onthoud dat je naasten het goed bedoelen. Ook al kunnen hun opmerkingen soms wat minder tactisch of juist ontroerend zijn.

Rouw niet alleen

Ieder jaar eindigen veel zwangerschappen in een miskraam. Er zijn dus mensen die jouw gevoelens goed begrijpen. Lukt het je niet goed om je verdriet te delen met bekenden? Dan zijn er ook mogelijkheden om met lotgenoten te praten. De groep ‘Miskraam‘ in de 24Baby-community is een online groep voor mensen die een miskraam hebben gehad. Je kan de groep gebruiken om je verhaal te delen, vragen te stellen, een luisterend oor te bieden en advies te geven.

Tips die kunnen helpen om je miskraam te verwerken

Een miskraam verwerken kost tijd en kan een moeilijk proces zijn. De volgende tips kunnen je helpen om je verdriet een plek te geven.

• Geef je emoties de ruimte. Je hoeft jezelf niet groot te houden. Wil je huilen? Huil dan. Als je wil schreeuwen, kan dat ook. Zoek een uitlaatklep die voor jou werkt. De verwerking van het verlies is heel persoonlijk. Neem dus de tijd om te rouwen.
• Neem afscheid van je ongeboren kindje. Om je miskraam te verwerken, kan het helpen om je baby een begrafenis of crematie te geven. Heb je een uitvaartverzekering? Dan heb je bij een miskraam mogelijk recht op een uitkering van je uitvaartverzekeraar. Dit geeft je de kans om een mooi afscheid te organiseren.
• Laat je kindje registeren. Na een miskraam kan je ervoor kiezen om je kindje te laten registeren. Wanneer je dit laat doen, staat het op papier dat je kindje bestaan heeft. Dit kan helpen om je miskraam te verwerken.
• Praat er met je partner over. Heb je een partner? Praat er dan met hem of haar over om te ontdekken wat de ander voelt. Iedereen verwerkt een miskraam op een andere manier. Het is heel normaal als jullie er op een verschillende manier mee omgaan. Wel is het goed om samen te blijven praten en elkaar in de gaten te houden.
• Ontdek wat goed voelt voor jou. De ene persoon vindt het vooral fijn om veel over de miskraam te praten. De ander schrijft liever een brief aan zijn of haar ongeboren kindje. Ook kan je bijvoorbeeld een sieraad laten maken, een kaarsje branden of een boom planten.
• Zoek hulp als het nodig is. Na een miskraam ga je door een rouwproces heen. Dit heeft tijd nodig. Merk je dat je verdriet alleen maar heftiger wordt of dat je er alleen niet uitkomt? Aarzel dan niet om professionele hulp te zoeken en neem contact op met je vroedvrouw of huisarts.

Je kunt ook altijd terecht bij het Berrefonds.